Midden in de nacht kwam de gladiool in bloesem, daar wankelde de vaas uit balans en kletterde in honderdduizend stukjes tegen de vloer. Schrikken geblazen.
En balen. Deze vaas was bijzonder. Hij had al lang een barst en dus een gebruiksaanwijzing: vul hem met water slechts tot onder de barst en pak hem nooit bij de hals. Weg doen kon ik hem niet.
Deze vaas was zo'n beetje het eerste ding dat ik kocht toen ik een poosje op mezelf woonde, helemaal alleen voor mij, helemaal alleen om mijn eigen huis leuker te maken. Hij kwam uit de Fair Trade Shop in de Oosterstraat, de vrolijkmakende zaak met de donkerbruin houten vloer. En hij was ingepakt door de verkoper met de schuchtere, maar brede en ein-de-loze lach. Rustige, vriendelijke vent onder honderdduizend Afrikaanse vlechtjes, in te grote grof gebreide trui (zoals dat nog moeiteloos kon eind jaren '90), met lange vingers die plakband plakten en op de kassa tikten, en die altijd, altijd stralend was door die blije lach.
Ik herinner me die lach zo goed, bij deze vaas. Iedere keer.
En nu is hij met de scherven mee om gerecycled te worden.
Balen. Maar dat is hoe het loopt. Misschien wordt dit glas opnieuw een vaas, die met een blije lach aan een jonge studente wordt verkocht. En gaat de herinnering voort.
Ben jij ook onlangs iets kwijtgeraakt wat je eigenlijk niet kwijt wilde? Alleen om de herinnering? Schrijf het me in het commentaar, hou het levend!
1 opmerking:
Oh ja, die vrolijke man in de wereldwinkel! Dat weet ik nog, heerlijk.
Wat ontzettend jammer dat je vaas is gevallen, maar wel weer zo mooi beschreven...
Een reactie posten